Verplichte bijstand van de architect

De Staat, de provincie, de gemeenten, de openbare instellingen en de particulieren zijn verplicht om beroep te doen op een architect voor de opmaak van de plannen en het voeren van de controle over de uitvoering van de werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning is vereist. Alle andere aspecten kan de bouwheer dus zelf in handen nemen of uitbesteden aan derden.  

Deze wetgeving is van openbare orde.  

Een miskenning van deze wetgeving kan zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk gesanctioneerd worden.

Strafrechtelijk  

De bouwheer die werken laat uitvoeren zonder toezicht van een architect, begaat een misdrijf, strafbaar met een geldboete van 20 tot 1000 euro (art. 10, al. 2 Wet van 20 februari 1939). Het misdrijf doet zich ook voor wanneer de bouwheer de plannen wel door een architect heeft laten opmaken, maar geen architect heeft aangesteld voor de controle. Er wordt opgemerkt dat de strafrechtelijke sanctie van art. 10, laatste lid Wet van 20 februari 1939 niet van toepassing is op de aannemer. De verplichting om onder architectuur te bouwen rust immers enkel op de bouwheer.  

De architect mag de wettelijke verplichting evenmin helpen omzeilen. Naast een strafrechtelijke veroordeling riskeert de architect een ernstige tuchtstraf.

Burgerrechtelijk

De bouwheer die geen beroep doet op een architect, begaat ook een burgerrechtelijke fout. Deze fout heeft tot gevolg dat hij zelf een deel van de schade wegens gebreken in de bouw dient te dragen. Hij dient meer bepaald in te staan voor de schade die, mits controle over de werken door een architect, voorkomen kon worden.

De architect die een onvolledige opdracht heeft aanvaard, kan door de bouwheer buitencontractueel worden aangesproken indien er een oorzakelijk verband bestaat tussen de fout (bv. het niet voeren van controle over de werken) en de schade.

De aannemer die erin toestemt te bouwen zonder controle van een architect begaat op zijn beurt een contractuele fout. Zijn verantwoordelijkheid is des te zwaarder wanneer blijkt dat hij de bouwheer heeft nagelaten te informeren over de noodzaak om een architect in te schakelen en het belang van diens rol.

Afwijkingsmogelijkheid

Van de verplichting om beroep te doen op een architect kunnen, ten aanzien van de openbare instellingen en de particulieren, afwijkingen worden toegestaan door de gouverneur, op voorstel van het schepencollege van de gemeente waar de werken moeten worden uitgevoerd (art. 4, 2e al. Wet van 20 februari 1939). Volgens de Raad van State heeft deze uitzonderingsbepaling weinig belangrijke werken op het oog die de waarborg van de tussenkomst van een architect niet behoeven.