Wanneer de ingenieur tussenkomt op vraag van de bouwheer worden de verbintenissen tussen partijen geregeld volgens het gemeen recht. De bouwheer zal de ingenieur dus contractueel kunnen aanspreken, onder andere op basis van de tienjarige aansprakelijkheid op grond van artikelen 1792 BW en 2270 BW.
Indien de ingenieur tussenkomt op vraag van de architect bestaat tussen hem en de bouwheer geen contractuele verhouding. De bouwheer kan dan enkel de architect aanspreken in geval van gebreken. Deze zal dan uiteraard de ingenieur aanspreken in vrijwaring. Anders dan bij architecten, rust op de ingenieur geen enkel wettelijke of deontologische verplichting om zijn beroepsaansprakelijkheid te verzekeren. De architect zal bij het afsluiten van het contract met de ingenieur er dan ook goed aan doen om aan de ingenieur op te leggen om een gepaste verzekering af te sluiten.
Echter, indien het lastenboek, door de architect opgesteld in opdracht van de bouwheer, voorziet in de tussenkomst van een ingenieur, dan is de architect louter en alleen belast met het zoeken van een ingenieur. Het bouwheer zal in dergelijk geval het contract sluiten met de ingenieur.
Het gebeurt dat het lastenboek aan de aannemer oplegt om voor de stabiliteitstudies zelf beroep te doen op een ingenieur en die te vergoeden. Dergelijke praktijk is niet aan te raden aangezien dit de onafhankelijkheid van de ingenieur in het gedrang brengt in het kader van zijn toezicht op de uitvoering van de door hem berekende werken.