Toepassingsgebied

Artikel 1 van de woningbouwwet bepaalt welke overeenkomsten onder het toepassingsgebied van deze wet vallen.  

Meer bepaald is de wet toepasselijk op:

  • Overeenkomsten betreffende de eigendomsovergang van een te bouwen of in aanbouw zijnd huis of appartement   
  • Overeenkomsten tot eigendomsovergang met de verbintenis om een te bouwen of in aanbouw zijnd huis of appartement te bouwen, te doen bouwen of te verschaffen
  • Overeenkomsten tot eigendomsovergang waarbij de verbintenis wordt aangegaan een huis of appartement te verbouwen of uit te breiden, waarbij de totale prijs van de verbouwings- of uitbreidingswerken hoger is dan het door de koning bepaald minimumbedrag

waarbij het huis of het appartement tot huisvesting of tot beroepsdoeleinden en huisvesting is bestemd én de koper of de opdrachtgever volgens de overeenkomst verplicht is vóór de voltooiing van het gebouw een of meer stortingen te doen.  

Opdat de Woningbouwwet van toepassing zou zijn, dienen dus volgende voorwaarden cumulatief voldaan te zijn:

  • het moet gaan om een wederkerige overeenkomst, met
  • als voorwerp hetzij de eigendomsovergang van een te bouwen of in aanbouw zijnde huis of appartement,
  • hetzij de verbintenis te bouwen, te doen bouwen of te verschaffen, van een dergelijk onroerend goed,
  • dat bestemd is tot huisvesting of tot beroepsdoeleinden en huisvesting, en waarbij
  • de koper of opdrachtgever verplicht is één of meerdere stortingen te doen vóór de voltooiing ervan.

Belofte van overeenkomst

De woningbouwwet bevat tevens enkele bepalingen waaraan een belofte van overeenkomst dient te voldoen.

Uitzonderingen

Tevens zijn er enkele overeenkomsten waarop de wet niet van toepassing is.