De contractuele aansprakelijkheid

Overeenkomstig art. 6 van de Woningbouwwet zijn de regels met betrekking tot de tienjarige aansprakelijkheid waaraan aannemers en architecten onderhevig zijn (art. 1792 en 2270 BW) eveneens van toepassing op de verkoper.

Van zodra één appartement van een collectief gebouw is verkocht vóór de voltooiing van het gebouw, geldt de tienjarige aansprakelijkheid van de verkoper eveneens voor de gemeenschappelijke delen (art. 6 al. 3 W.W.). Dit houdt in dat de kopers van afgewerkte appartementen, die normaal niet de bescherming van de Woningbouwwet genieten, toch aanspraak kunnen maken op de tienjarige garantie m.b.t. de gemeenschappelijke delen. Dit geldt enkel indien minstens één appartement is verkocht krachtens een overeenkomst die onderworpen is aan de Woningbouwwet.

De tienjarige aansprakelijkheid vangt aan bij de aanvaarding van de werken door de koper of opdrachtgever. Dit vindt normaal gezien plaats bij de definitieve oplevering, tenzij de partijen hebben voorzien dat de voorlopige oplevering tevens de aanvaarding van de werken inhoudt.

De aansprakelijkheid van de verkoper of aannemer voor gebreken die niet vallen onder het toepassingsgebied van de tienjarige aansprakelijkheid, wordt niet geregeld door de Woningbouwwet. Hiervoor blijven de regels uit het gemeen recht betreffende koop of aanneming gelden. Algemeen wordt evenwel aanvaard dat de promotor, die zich verbindt zowel tot het leveren van een concept als de uitvoering ervan, een resultaatsverbintenis op zich neem en derhalve ook kan worden aangesproken voor verborgen gebreken.