Uitzonderingen  

De woningbouwwet voorziet in artikel 2 enkele uitzonderingen.  

De wet is namelijk niet toepasselijk op de overeenkomsten aangegaan door:

  • de regionale Huisvestings- en Landmaatschappijen en hun erkende maatschappijen
  • de gemeenten en de intercommunale verenigingen
  • een verkrijger of een opdrachtgever wiens geregelde werkzaamheid erin bestaat huizen of appartementen op te richten of te laten oprichten om ze onder bezwarende titel te vervreemden; iedere overeenkomst door deze verkrijger of opdrachtgever aangegaan, wordt geacht afgesloten te zijn in het kader van zijn geregelde werkzaamheid.

De Woningbouwwet is evenmin van toepassing op overeenkomsten die een studieopdracht tot voorwerp hebben met betrekking tot te bouwen of in aanbouw zijnde huizen of appartementen, verbouwing en uitbreidingswerken gekoppeld aan de eigendomsoverdracht van een gebouw, bestemd tot huisvesting of tot beroepsdoeleinden, wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:

  • de overeenkomst moet een beschrijving bevatten van de werken waarop de opdracht betrekking heeft, alsmede een opgave van de behoeftenstudie van de verkrijger of opdrachtgever
  • de kostprijs van de studieopdracht mag niet meer bedragen dan 2% van de voorziene bouwkost
  • de verkrijger of opdrachtgever moet beschikken over een bedenktijd van minstens 7 dagen