Vrijwaring voor verborgen gebreken  

Art. 1641 BW: De verkoper is gehouden tot vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak, die deze ongeschikt maken tot het gebruik waartoe men ze bestemt, of die dit gebruik zodanig verminderen dat de koper, indien hij de gebreken gekend had, de zaak niet of slechts voor een mindere prijs zou hebben gekocht”  

Er dienen derhalve 4 voorwaarden voldaan te zijn:

  • Het gebrek moet verborgen zijn: een gebrek dat niet kan worden ontdekt door een aandachtig, maar normaal onderzoek door de koper dadelijk na de koop 
  • Het gebrek moet de zaak min of meer lange tijd ongeschikt maken voor het gebruik waartoe de koper ze bestemt  
  • Het moet gaan om een ernstig en belangrijk gebrek
    Dus niet:
    • Makkelijk herstelbare gebreken
    • Gebreken waarvan de herstelling slechts een korte tijd duurt
    • Gebreken die het bestemde gebruik van de zaak niet verhinderen 
  • Het gebrek moet op het ogenblik van de koop bestaan: het gebrek moet minstens in de kiem bestaan op het ogenblik dat het risico op de koper overgaat