Wederzijdse en eenzijdige optieovereenkomst  

Eenzijdige optieovereenkomst  

Bij een eenzijdige optieovereenkomst verbindt één partij zich tot het sluiten van een verkoopovereenkomst. De andere partij (de begunstigde van de optie) krijgt de optie om het contract af te sluiten of niet.  

Eenzijdige optieovereenkomsten worden opgedeeld in aankoopopties en verkoopopties.  

Aankoopoptie

Bij een aankoopoptie (ook genaamd “Call-optie”) verleent de verkoper er zich toe om gedurende een bepaalde tijd zijn eigendom enkel te verkopen aan de optiehouder (de kandidaat-koper) tegen een vastgestelde prijs. De optiehouder heeft dus de mogelijkheid om het goed aan te kopen, maar heeft daartoe geenszins de verplichting. De koop wordt pas gesloten wanneer de begunstigde zijn aankoopoptie uitoefent.  

Verkoopoptie  

Bij een verkoopoptie (ook genaamd “Put-optie”) heeft de kandidaat-koper zich gedurende een welbepaalde periode ertoe verbonden om het onroerend goed te kopen tegen een vastgestelde prijs. De verkoper heeft de dus het recht om het goed de verkopen aan de kandidaat-koper, maar is hiertoe niet verplicht. De koop wordt pas gesloten wanneer de verkoper de optie licht.  

Wederzijdse verkoop/aankoopbelofte  

Bij een wederzijdse optieovereenkomst verbinden partijen zich ertoe om  op een latere datum de in de optieovereenkomst beschreven overeenkomst te sluiten wanneer één van de partijen hierom verzoekt. Artikel 1589 BW stelt dat een wederzijdse verkoop/aankoopbelofte met een verkoop gelijk staat.