Oorspronkelijk gold een registratieplicht voor aannemers. Deze registratieplicht was ingevoerd met als doel sociale en fiscale fraude tegen te gaan. In haar arrest van 9 november 2006 besliste het Hof van Justitie evenwel dat de verplichte registratie en de bijbehorende procedure een belemmering vormde voor het vrij verkeer van diensten.
In 2008 werd, in navolging van dit arrest, een nieuwe regeling uitgewerkt betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid en de inhouding- en doorstortingsplicht in geval van sociale of fiscale schulden.
Vanaf 2008 dienen de opdrachtgevers en de (hoofd)aannemers op het moment van het sluiten van de overeenkomst na te gaan of de aannemer, op wie ze een beroep wensen te doen, fiscale of sociale schulden heeft. Indien dit het geval is, zijn ze hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de fiscale of sociale schulden van de (onder)aannemer.
Wanneer de opdrachtgever of (hoofd)aannemer werken laat uitvoeren door een (onder)aannemer en hiervoor een prijs betaalt aan de (onder)aannemer, dient de opdrachtgever of (hoofd)aannemer bij de betaling van een deel of het geheel van de prijs aan de (onder)aannemer een percentage van deze betaling, excl. btw, in te houden en door te storten naar de aangeduide ontvanger bij de fiscale dan wel sociale administratie, indien de (onder)aannemer op het ogenblik van de betaling fiscale dan wel sociale schulden heeft.