Mede-eigendom

Traditioneel wordt er een onderscheid gemaakt tussen de gewone, de vrijwillige en de gedwongen mede-eigendom.

De gewone mede-eigendom

De gewone mede-eigendom ontstaat toevallig. Het meest voor de hand liggend voorbeeld hiervan betreft het openvallen van een nalatenschap. Door het toevallige karakter is de gewone mede-eigendom ongeorganiseerd. Ze is tevens van tijdelijke aard. Art 815 BW bepaalt immers dat niemand gedwongen kan worden in onverdeeldheid te blijven. Met andere woorden, de verdeling kan steeds door iedere mede-eigenaar gevorderd worden.

De vrijwillige mede-eigendom

De vrijwillige mede-eigendom ontstaat wanneer twee of meer personen vrijwillig een onverdeeldheid in het leven roepen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer meerdere personen een welbepaald goed aankopen.  Aangezien de onverdeeldheid vrijwillig gecreëerd werd, is art 815 BW hierop niet van toepassing.

De gedwongen mede-eigendom

De gedwongen mede-eigendom komt tot stand omwille van de aard en/of de bestemming van het goed. De meest voorkomende vorm betreft het appartementsmede-eigendom.