Bij wet van 18 oktober 2017 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed, werd kraken strafbaar gesteld.
Wie een bewoonde ruimte hetzij binnendringt, hetzij bezet, hetzij erin verblijft zonder toestemming van de bewoners, wordt op heden gestraft met een gevangenisstraf van 15 dagen tot 2 jaar en een geldboete van 26 tot 300 EUR (art. 439 Sw.). Wanneer het een onbewoonde ruimte betreft, wordt een strafsanctie voorzien van 8 dagen tot één maand gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot 100 EUR of één van die straffen alleen. (art. 422/1 Sw.)
De eigenaars van de gekraakte panden zijn echter voornamelijk geïnteresseerd hoe zij de krakers zo snel mogelijk uit hun pand kunnen zetten. Ook op deze vraag tracht de krakerswet een antwoord te formuleren.
Zo werd een nieuwe procedure ingevoerd om de uithuiszetting sneller te laten verlopen.
De wet bepaalt met name dat iedere houder van een recht of titel op het betrokken goed bij verzoekschrift (eenzijdig verzoekschrift in geval van volstrekte noodzakelijkheid) een vordering tot uithuiszetting kan inleiden. Vervolgens dienen partijen binnen de 8 dagen, of 2 dagen in geval van eenzijdig verzoekschrift, te verschijnen voor de vrederechter. De rechter kan onmiddellijk beslissen over de uithuiszetting of conclusietermijnen bepalen. De tenuitvoerlegging van de uithuiszetting grijpt plaats vanaf de achtste dag volgend op de betekening van het vonnis. (art. 1344octies-1344duodecies Ger.W.)
Tevens werd voorzien in een strafrechtelijk ontruimingsbevel. Bij een onbewoonde ruimte kan de procureur des Konings op verzoek van de houder van een recht of titel, de ontruiming van het onroerend goed bevelen binnen een termijn van 8 dagen. Dit kan enkel wanneer het voormelde verzoek op het eerste zicht kennelijk gegrond lijkt en nadat de onrechtmatige bewoners de mogelijkheid kregen om gehoord te worden. (art. 12 Krakerswet)
Los van de mogelijkheden die de krakerswet biedt, kunnen de eigenaars van het gekraakte pand ook een gerechtsdeurwaarder contacteren met het verzoek ter plaatse te gaan om de toestand vast te stellen en om de identiteit van de krakers te achterhalen. Indien de gerechtsdeurwaarder de identiteit van de krakers niet kan achterhalen, wat vaak het geval is, en indien er sprake is van hoogdringendheid (bv. wanneer de krakers schade toebrengen aan het pand), kan de eigenaar een procedure in kort geding inleiden middels eenzijdig verzoekschrift. Zodoende doet de voorzitter van de rechtbank bij voorraad uitspraak over de zaak en kan snel een vordering tot ontruiming bekomen worden.