Het controle-organisme: aanstelling en opdracht

De controle kan opgelegd worden door een wettelijke of reglementaire bepaling. Indien dit het geval is, zal de wet of het reglement aangeven wie de controle moet laten uitvoeren en wat de inhoud en reikwijdte van de opdracht precies omvat. De taak van het controleorganisme bestaat er dan uit na te gaan of de goederen, de installatie of het bouwwerk conform de wettelijke voorschriften zijn.

Wanneer de controle niet wettelijk voorgeschreven is, zal de opdracht meestal uitgaan van de opdrachtgever van de werken.

Naast de technische onderzoeken en controles die voorgeschreven zijn door wettelijke of reglementaire bepalingen, voeren de controleorganismen opdrachten uit als technische adviseurs van de verzekeraars van de tienjarige aansprakelijkheid van de ontwerpers en aannemers.

De controle van het ontwerp behelst het nazicht van de studie, plannen en lastenboeken opgesteld door de ontwerpers. De controle van de uitvoering speelt zich meestal af op drie niveaus, nl. de controle van de uitvoeringsdocumenten, de controle van de verwerkte materialen in de fabrieken, en de controle van de uitvoering zelf, d.w.z. nazien of de uitvoering in overeenstemming is met de plannen en volgens de regels van de kunst gebeurt. Wanneer de opdracht tevens de technische installaties van het gebouw betreft, worden de werkingsprestaties van deze installaties gecontroleerd, tenzij anders vermeld in de overeenkomst.

Het controleorganisme zal aan de betrokken partijen elk gebrek of tekortkoming die het vaststelt en die van aard is om de stabiliteit en het goed gedrag van de gecontroleerde constructies in gevaar te brengen, melden. Het komt dan aan deze partijen toe om, op hun verantwoordelijkheid, de gepaste maatregelen te nemen om eraan te verhelpen. Indien er geen maatregelen worden genomen, kan het controleorganisme zijn activiteiten stopzetten.