Verplichting tot werkmelding

Om sluikwerk te voorkomen, heeft de wetgever het principe van de verplichte voorafgaandelijke werkmelding ingevoerd (art. 30bis RSZ-wet). De werkmelding rust op de aannemer op wie de opdrachtgever beroep heeft gedaan.

Als aannemer wordt beschouwd:

  • eenieder die er zich toe verbindt om tegen een prijs voor een opdrachtgever werken uit te voeren of te laten uitvoeren;
  • iedere onderaannemer ten overstaan van de na hem komende onderaannemers (art. 30bis, §1, 3° RSZ-wet). 

Daarnaast worden ook een aantal personen gelijkgesteld met een ‘aannemer’, zoals de bouwpromotoren.

Deze melding is verplicht voor alle werken in onroerende staat. (art. 30bis, §1, 1°, a) RSZ-wet, art. 19, §2 BTW-Wetboek) alsook voor bepaalde gevaarlijke werken (art. 30bis, §1, 1°, b) RSZ-wet).

Echter, de meldingsplicht geldt niet wanneer aan een cumulatieve voorwaarde is voldaan:

  • het betreft werken waarvan het totaalbedrag, exclusief btw, lager is dan 30.000,00 euro, en
  • voor de werken wordt geen beroep gedaan op een onderaannemer

OF

  • het betreft werken waarvan het totaalbedrag, exclusief btw, lager is dan 5.000,00 euro, en
  • voor de werken wordt beroep gedaan op één enkele onderaannemer.

Met andere woorden, werken waarbij beroep gedaan wordt op twee of meerdere onderaannemers, dienen steeds gemeld te worden. Wanneer de aannemer nalaat de werken te melden, is hij een som verschuldigd van 5% van het totaal der werken, exclusief btw, die niet aan de RSZ werden gemeld. Deze som is eveneens verschuldigd wanneer de aannemer nalaat te melden dat hij een gedeelte van de werken toevertrouwt aan een onderaannemer. Hetzelfde geldt voor de onderaannemer die nalaat om voorafgaandelijk op schriftelijke wijze aan de hoofdaannemer te melden dat hij op zijn beurt beroep doet op een onderaannemer.