De definitieve oplevering dient in principe vastgelegd te worden bij geschrift (art. 2, §1, al. 2 KB). De bewoning of ingebruikname geldt niet als vermoeden van definitieve oplevering. De definitieve oplevering van de privatieve delen kan maar plaatshebben na verloop van een jaar sedert de voorlopige oplevering (art. 9 W.W.).
De definitieve oplevering van de privatieve delen dient evenwel steeds vooraf te worden gegaan door de definitieve oplevering van de gemeenschappelijke delen die noodzakelijk zijn voor een normale bewoonbaarheid van het gebouw, waaronder de toegangen (art. 9 Woningbouwwet).
De definitieve oplevering van de gemeenschappelijke delen dient steeds die met betrekking tot de privatieve delen vooraf te gaan. Er is geen sprake van stilzwijgende definitieve oplevering ten aanzien van de gemeenschappelijke delen (zie art. 2 §2, al. 1 KB).