Aanneming tegen eenheidsprijzen (aanneming op bestek)

De aanneming volgens prijslijst is een contract dat voor elke werkpost of elke levering een onveranderlijke eenheidspijs vastlegt die zal worden toegepast rekening houdend met de werkelijk gerealiseerde hoeveelheden en dat, op het einde van het werk, aanleiding zal geven tot een afrekening in plus of in min, naargelang de hoeveelheden, die werden voorzien in de prijsopgave, zullen zijn overschreden of niet zullen zijn bereikt.

Ook een aannemingsovereenkomst welke een prijsbepaling a rato van het aantal geleverde materialen bevat (bijvoorbeeld het aantal m³ geleverd beton), dient als een aanneming tegen eenheidsprijs beschouwd te worden. Bij deze overeenkomst zal dus geen rekening gehouden worden met het aantal uren dat de aannemer nodig had om deze hoeveelheden te verwerken.

In de loop van de werken ontvangt de opdrachtgever de tussentijdse staten van de aannemer. Als het werk af is, gaan aannemer en architect over tot het opmeten volgens de standaardmeetmethode voor bouwwerken voor particulieren. Vervolgens worden de overeengekomen eenheidsprijzen voor arbeid en materialen toegepast op de werkelijk geleverde prestaties.

Het risico van de aannemer is beperkter dan bij aanneming tegen vaste prijs. Hij draagt het risico voor schommelingen in de prijs van materialen en lonen, maar niet voor de juistheid van de plannen of voor de moeilijkheden van uitvoering.

De eenheidsprijzen zijn vatbaar voor verandering wanneer de aard van het werk wezenlijk is veranderd, hetzij wanneer de uitgevoerde hoeveelheden veel meer of minder zijn dan in het bestek opgegeven.

Bij de aanneming tegen eenheidsprijzen voor een overheidsopdracht dient tevens rekening gehouden te worden met art. 81 KB 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (BS 14 februari 2013). Dit artikel bepaalt immers dat wanneer, onafhankelijk van elke door de aanbestedende overheid aangebrachte wijziging aan de opdracht, de werkelijk uitgevoerde hoeveelheden van een post volgens prijslijst het drievoudige overtreffen of minder bedragen dan de helft van de vermoedelijke hoeveelheden, elk van de partijen de herziening van de oorspronkelijke eenheidsprijzen en uitvoeringstermijnen kan vragen.