Het komt vaak voor dat partijen in de architectenovereenkomst nalaten het ereloon te begroten. In tegenstelling tot bij koopovereenkomsten, maakt het budget immers geen essentieel onderdeel uit van de architectenovereenkomst. Indien de partijen geen bedrag of berekeningswijze in hun overeenkomst hebben opgenomen, dient ervan uitgegaan te worden dat de architect, na uitvoering van zijn opdracht of de voorbereidende studies, eenzijdig zijn ereloon mag begroten in functie van de geleverde prestaties. De rechter beschikt evenwel over een (marginale) toetsingsbevoegdheid.
Extra prestaties die buiten het oorspronkelijk bestek vallen en waaromtrent een akkoord bestaat moeten worden vergoed op een redelijke wijze volgens de criteria waarover partijen vermoedelijk destijds zouden akkoord zijn geweest.
De aansprakelijkheid van de architect jegens de opdrachtgever geeft geen aanleiding tot vermindering van diens ereloon. Wel zal hij de berokkende schade moeten vergoeden en zullen de wederzijdse vorderingen worden gecompenseerd.
Bovendien kan de bouwheer de teruggave van de erelonen bekomen, wanneer de door de architect geleverde prestaties volledig nutteloos zijn.
De niet betaalde architect heeft een retentierecht op de plannen, bestekken en al zijn stukken met betrekking tot zijn opdracht. Dit geldt niet voor de stedenbouwkundige vergunning van de opdrachtgever aangezien dit niet tot diens vermogen als zodanig behoort.