Een deskundigenonderzoek kan door een enkele partij worden gevraagd. Dergelijke eenzijdige expertise is op zich niet afdwingbaar tegenover andere partijen.
De vraag stelt zich of de kosten van dergelijk eenzijdig aangestelde expert verhaalbaar zijn op de schuldige aan een contractuele of buitencontractuele fout. Het uitgangspunt is dat het ereloon en de kosten van de eenzijdig aangestelde deskundige moeten worden betaald door de partij die hem heeft aangesteld.
Het Hof van Cassatie was evenwel van oordeel dat deze erelonen en kosten die betaald zijn door de benadeelde van een contractuele fout, deel kunnen uitmaken van de schade die moet worden vergoed door de contractspartij die een contractuele fout heeft begaan, mits deze erelonen en kosten een noodzakelijk gevolg zijn van de contractuele tekortkoming. Hetzelfde principe werd door het Hof van Cassatie aanvaard in gevallen van buitencontractuele aansprakelijkheid.
Verschillende partijen met een tegenstrijdig belang kunnen overeenkomen om een deskundige in der minne – dus buiten iedere tussenkomst van de rechtbank – aan te stellen.
Daarbij kunnen zij al dan niet afspreken dat zij zich zullen neerleggen bij de besluiten van de deskundige. Als dit niet het geval, dan kunnen zij na afloop van de expertise een dading sluiten ter beëindiging van het geschil of kunnen zij het geschil voorleggen aan de rechtbank die bij de beoordeling rekening kan houden met de bevindingen van de expert.
Bij de minnelijke expertise bepalen de partijen in de overeenkomst de opdracht van de deskundige. Deze kan zich beperken tot het doen van bepaalde vaststellingen of onderzoek. Ze kan ook bestaan in het bepalen van de aansprakelijkheid.