Het ereloon

Artikel 2,2° KB van 12 januari 2007 bepaalt de overeenkomst het totale tarief moet bevatten, met inbegrip van de BTW, alle overige taksen en kosten. Deze verplichting werd eveneens opgenomen in artikel VI.4 WER.  

De niet-naleving van art. VI.4 WER wordt strafrechtelijk gesanctioneerd middels een geldboete van 26 tot 10.000 EUR. Het beding dat niet voldoet aan de voorschriften omtrent de prijsaanduiding, zoals bepaald in art. VI.4 WER, zal dus sowieso als onrechtmatig en nietig worden beschouwd.  

In de rechtspraak werd tevens geoordeeld dat de melding “2,7% ereloon + 21% BTW op de gerealiseerde prijs” in strijd was met artikel 2,2° KB van 12 januari 2007, aangezien het aangeduide tarief het ereloonpercentage inclusief BTW diende te vermelden. De rechtbank interpreteerde de ereloonbepaling in het licht van het KB en oordeelde dat er geen 21% BTW kon worden aangerekend op het ereloontarief van 2,7% (Rb. Leuven 21 juni 2011,  T.App. 2011, 49).

Geldig bod  

In de bemiddelingsovereenkomst kan tevens bepaald worden dat de opdracht van de makelaar reeds volbracht is, wanneer een geïnteresseerde kandidaat een geldig bod heeft uitgebracht tijdens de looptijd van de overeenkomst.  

In dergelijk geval dient, wanneer de opdrachtgever een consument is, de overeenkomst conform artikel 2,5° KB van 12 januari 2007 uitdrukkelijk te stipuleren dat het bod gedaan moet worden middels een geschrift of op een andere manier die aan de opdrachtgever een vast bewijs levert van het bod dat uitgaat van de kandidaat (zijnde een bod op duurzame drager).  

Wordt deze clausule niet in de overeenkomst opgenomen, dan zal de makelaar geen ereloon kunnen vorderen wanneer een bod wordt uitgebracht door een geïnteresseerde kandidaat.  

Overeenkomst gesloten door de consument tijdens de looptijd van de bemiddelingsovereenkomst  

De consument kan tijdens de looptijd van de bemiddelingsovereenkomst zelf een overeenkomst sluiten met een wederpartij waaraan de vastgoedmakelaar informatie heeft verschaft. Indien de vastgoedmakelaar in deze situatie ereloon wil verkrijgen, dient een beding in de overeenkomst vervat te worden waarin gestipuleerd wordt dat met de vervulling van de opdracht gelijkstaat de overeenkomst die door de consument wordt gesloten met een wederpartij waaraan de vastgoedmakelaar “precieze en individuele informatie” heeft verschaft. De vastgoedmakelaar dient het bewijs hiervan te leveren (Artikel 2,6° KB van 12 januari 2007).  

Overeenkomst gesloten door de consument na de looptijd van de bemiddelingsovereenkomst  

Het is tevens mogelijk dat een consument een overeenkomst sluit na de beëindiging van de bemiddelingsovereenkomst met een persoon aangebracht door de makelaar. De mogelijkheid voor de makelaar om in dergelijke situatie ereloon te kunnen verkrijgen, wordt beheerst door het lijstbeding.